Het is niet alles goud wat er blinkt. Puur goud (24K) is te namelijk te zacht voor het maken van sieraden. Daarom worden sieraden gemaakt van legeringen (minimaal 10K goud!) d.w.z. dat goud wordt gemengd met andere metalen als zilver, koper of zink.
Karaat (K) is de eenheid die wordt gebruikt om de puurheid van deze goudlegering aan te geven. 1 Karaat betekent dat 1/24 deel bestaat uit puur goud. Karaat en Caraat worden vaak door elkaar gehaald. Caraat is de eenheid voor het gewicht van edelstenen en parels.
1 K= 1/24 deel goud = 4.1667% goud. In een rekenvoorbeeld: een sieraad van 14K goud bestaat uit 14 x 4.1667 = 58,5% goud.
Overzicht van veel voorkomende Karaat aanduidingen:
24K is puur goud | merkteken .999 |
22K bestaat uit 91,60% goud en 8,4% uit andere metalen | merkteken .916 |
20K bestaat uit 83,30% goud en 16,7% uit andere metalen | merkteken .833 |
18K bestaat uit 75,60% goud en 25% uit andere metalen | merkteken .750 |
14K bestaat uit 58,50% goud en 41.5% uit andere metalen | merkteken .585 |
10K bestaat uit 41,70% goud en 58,30% uit andere metalen | merkteken .417 |
In de USA en Nederland mag je iets goud noemen als het minimaal 10K van samenstelling is. Vaak zie je ook goud vergulde kralen van 8K of 9K. Dit is dan geen officieel goud verguld.
In de meeste Europese landen zijn de gouden sieraden van 14K goud gemaakt (ruim 50%). Daarnaast komen 18 en 22 Karaat ook veel voor. Algemeen geldt, hoe hoger het gehalte goud, hoe zachter en meer gevoelig voor beschadiging het materiaal is.
De kleur van goud wordt behalve door ( variabele) eigenschappen in het goud zelf o.a. bepaald door de andere metalen in de goudlegering. Zo wordt rood/rosé goud bijvoorbeeld gemaakt door toevoeging van verschillende percentages zilver en koper. Of bij verguldings-processen door het gebruik van kleurstoffen.
Wit goud ontstaat door toevoeging van manganese of palladium. Goud is in veel kleuren te maken: paars, groen, wit, rood, roze, rosé. Zwart goud is natuurlijk olie...